“De kerk is fantastisch”

&

‘Hoe kom je erbij’ zegt een journalist tegen Rik Torfs, een rooms-katholieke Vlaamse
kerkjurist en politicus, die een boek met deze titel heeft geschreven.
‘De kerk is fantastisch: een oord van grote schoonheid, van hoop en liefde, maar ook van
verrotting.’ Wat bedoelt hij daarmee?
Het treft mij dat hij de werkelijkheid van de kerk niet mooier maakt dan het is.


De kerk als instituut heeft als groot nadeel dat het daarin gaat over de Eeuwige en de
Almachtige, maar dat gewone mensen de dienst moeten doen. Er zal altijd een gevoel zijn
van hypocrisie. ‘Ja dat kun je nou wel zeggen, maar ik weet dat mijn neef, elke zondag in
de kerk, wel een verkeerde schaats gereden heeft in zijn huwelijk. En die buurman van
jou, met zijn vrome gezicht is ook niet te vertrouwen met geld.’
De spanning tussen het heilige en het gewone van alledag hoort bij een kerk, die
openstaat voor mensen. Dat maakt de kerk menselijk en goddelijk tegelijk en dat is
fantastisch. Je kunt er terecht, zoals je bent. De kerk is niet voor heiligen of oude mensen
op weg naar de hemel, maar voor iedereen: zogenoemde gelovigen, maar ook twijfelaars
en ongelovigen. De kerk is geen vereniging van ‘heilige boontjes’, maar een vluchtheuvel
in het leven van alledag, waar een mens op adem mag komen.
De kerk is een vrijplaats, een ‘eeuwige’ plek, die God toebehoort.
Een plek waar wij als mensen, elke week of soms als we er behoefte aan hebben mogen
komen.
In deze coronatijd kunnen er weinig mensen naar de kerk komen, door de maatregelen
om het virus te bestrijden, maar er kijken wel veel meer mensen naar de livestream van de
diensten. De kijkers ‘pikken op’ wat voor hen van waarde is. Dat is geweldig mooi.
Vroeger, en veel ouderen hebben dat nog meegemaakt, was de kerk een instituut dat de
waarden en gewoonten van de leden vormde. De kerk was een ‘autoriteit’. Door veel
moderne mensen wordt de kerk (en de dominee en de kerkenraad) niet meer als bron
van alomvattende waarheid gezien. Zij reiken mogelijkheden aan, die mensen al dan niet
kunnen gebruiken in hun leven.
Kijken naar een dienst via de laptop of een keer naar de kerk gaan als er een begrafenis is
of een dienst, waarin je kinderen iets voordragen geeft mogelijkheden om aangeraakt te
worden.
Ik denk dat bij de vormgeving van de organisatie van de kerk en in het aanbod van de
kerk met deze mogelijkheden rekening gehouden zal moeten worden.

De kerk is fantastisch, diepere en zinvollere rituelen en woorden kun je nauwelijks zelf
bedenken, je krijgt ze aangereikt vanuit de traditie en de levenservaringen van generaties.
Je krijgt altijd de kans om mee te doen in een gemeenschap van geloof, hoop en liefde.
Deze kerkgemeenschap zal de fantasie van een samenleving, waarin vrede en
gerechtigheid het voor het zeggen hebben blijven koesteren en vieren.

Zomaar een dak boven wat hoofden,
deur die naar stilte openstaat.
Muren van huid, ramen als ogen
speuren naar hoop en dageraad.
Huis dat een levend lichaam wordt
als we er binnengaan
om recht voor God te staan.

(Liedboek 276-1)

Door CeesJan Visser